AkzoNobel zag de verkopen van verven en coatings de afgelopen drie maanden opnieuw dalen. Vooral de coronabeperkingen in China en een teruggevallen vraag in Europa wogen op het resultaat. Het zorgt onder beleggers voor twijfels over de haalbaarheid van de winstdoelstelling van het concern.
Opgelopen geopolitieke spanningen, een nieuwe coronagolf en nog altijd gierende kosteninflatie. Bestuursvoorzitter Thierry Vanlancker had zich een afscheid onder een beter gesternte kunnen voorstellen.
AkzoNobel trok de verkoopprijzen in het tweede kwartaal gemiddeld met zestien procent op. Dat was volgens Vanlancker nodig om de opgelopen kosten van grondstoffen (olie, pigmenten), transport en energie enigszins het hoofd te bieden. Die hogere prijzen hebben wel hun weerslag gehad op de verkoopvolumes. Het concern verkocht negen procent minder van zijn verven en coatings dan vorig jaar.
Het samenspel van prijs en volume zorgde er wel voor dat AkzoNobel autonoom wist te groeien. De omzet pluste met veertien procent tot 2,85 miljard euro, maar dat was niet voldoende om het resultaat op peil te houden. De operationele winst (voor rente en belastingen) daalde met ruim een kwart naar 250 miljoen euro.
Vorige maand waarschuwde Vanlancker in een tussentijds persbericht al dat de eigen prognoses voor het tweede kwartaal niet gehaald zouden worden. Als boosdoeners wees hij toen al op doe-het-zelfwinkels die eerst hun bestaande voorraad kwijt moesten voordat ze weer bestellingen bij AkzoNobel gingen plaatsen. Ook de lockdowns in China zouden een rem zetten op de resultaten.
Parcours Vanlancker
Voor Vanlancker zijn het lastige laatste maanden van een parcours dat straks vijf jaar heeft geduurd. De grondstoffengekte en ingezakte vraag domineren inmiddels al maanden zijn agenda.
Toen Vanlancker in 2017 begon aan de klus bij AkzoNobel, stond het bedrijf er niet goed voor. De verf- en lakkenfabrikant was achteropgeraakt bij branchegenoten als Sherwin-Williams en PPG en haalde te weinig winst. Nadat zijn voorganger een overnamepoging van de Amerikaanse concurrent PPG afweerde, was het aan Vanlancker om beleggers weer voor zich te winnen. De topman stopte met slecht renderende onderdelen, sneed flink in de kosten en verkocht de chemiedivisie aan een durfinvesteerder om de opbrengst uit te keren aan aandeelhouders. Ook zette hij ambitieuze financiële doelstellingen neer.
Vanlancker vertrekt in november. Hij wordt dan opgevolgd door de van het Zwitserse Sulzer afkomstige Gregoire Poux-Guillaume.
Zware erfenis
Met de tegenslagen van de laatste tijd is de vraag of snelle verbetering mogelijk is. Het doel van een aangepast bedrijfsresultaat (ebitda) van twee miljard euro voor volgend jaar (2023) laat Vanlancker ondanks de tegenvallende resultaten ongemoeid. Voor het lopende jaar staat de teller na zes maanden op circa 650 miljoen euro.
Zelfs als de tweede jaarhelft iets beter wordt, is duidelijk dat AkzoNobel in 2023 nog een flinke sprong moet maken. Om de slagingskans te verhogen, kondigde het al wel extra maatregelen aan. Zo wil het bedrijf met nieuwe kostenbesparingen en beter ‘margemanagement’ het ebitda-resultaat met ten minste 200 miljoen euro stuwen.
Toch kan de nieuwe topman wel eens opgezadeld worden met een zware erfenis. Door tegenvallende verkoopvolumes raken hogere winsten verder uit het zicht. Hogere volumes zorgen voor een hogere bezettingsgraad van de fabrieken en zijn belangrijk om op termijn zowel groei als een gezonde winst te laten zien.
Volumepijn
AkzoNobel worstelt hier al langer mee. Zo daalden de volumes in 2018 en 2019 ieder opeenvolgend kwartaal. Dat was destijds wel vooral veroorzaakt door de bewuste keuze van Vanlancker om afscheid te nemen van klanten waar het bedrijf onvoldoende op verdiende.
Vanaf 2020 is vooral onder invloed van de coronapandemie een wisselvalliger beeld te zien in de verkoopvolumes. De onderstaande grafiek laat voor de twee bedrijfsonderdelen van AkzoNobel zien hoe de volumeontwikkeling eruitziet in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2019.
Ten opzichte van 2019 lijkt Paints (verf) het nog relatief goed gedaan te hebben. Coatings presteert al vier kwartalen op rij duidelijk onder het niveau van 2019.
Volume ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019
Bron: AkzoNobel, berekeningen VEB
In het afgelopen kwartaal was bij het coatingonderdeel sprake van een volumedaling van bijna 10 procent ten opzichte van 2019. Hoewel PPG een vergelijkbaar volumepatroon zag, waren beleggers een stuk positiever over de Amerikaanse concurrent. Het aandeel PPG behaalde over de afgelopen vier jaar een totaal aandeelhoudersrendement (koersontwikkeling plus dividenden) van 24,5 procent, terwijl AkzoNobel juist 6,5 procent in de min staat.
Een blik op de waardering van de twee bedrijven laat ook de huidige perceptie van beleggers zien. Diverse waarderingsmaatstaven van Akzo liggen duidelijk onder die van PPG.
Koers/winst | Koers/winst (geschat 2022) | Prijs/boekwaarde | EV/EBITDA | |
AkzoNobel | 19,2 | 15,8 | 2,17 | 12,7 |
PPG | 20,06 | 17,51 | 4,67 | 16,7 |
Bron: Bloomberg
Evenwichtsoefening tussen prijzen en volume
In 2021 schreef de VEB over de evenwichtsoefening waar AkzoNobel voor staat: het tegelijkertijd laten groeien van zowel de verkoopprijzen als de volumes. Dat artikel bevatte een onderstaande grafiek over prijs/mix- en volume-effecten in de omzet. Toen blaakte het bedrijf van vertrouwen dankzij de flink hogere vraag naar verf onder consumenten.
Prijs/mix en volume-effecten in verfdivisie AkzoNobel
Bron: AkzoNobel. Volume- en prijs/mix-effecten in procenten, ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
De grafiek hierboven is bijgewerkt voor de kwartalen die sindsdien verstreken zijn, vanaf Q2 2021. De kluswoede die tijdens de pandemie hoogtij vierde, is weer gaan liggen. AkzoNobel verviel weer in een oude gewoonte: hogere prijzen in combinatie met lagere volumes.
De winstgevendheid blijft zo een zorg. De operationele marge halveerde ruimschoots van 15,3 procent in het tweede kwartaal van 2021 naar 7,2 procent in het afgelopen kwartaal. Het bedrijf zegt dat de tijdelijke tegenvallers uit China en de doe-het-zelf-zaken in totaal een hap van 94 miljoen euro uit de operationele winst namen. Daarvoor gecorrigeerd kwam de operationele marge uit op 10,5 procent, nog steeds een flinke daling.
De resultaten zorgen in ieder geval nog niet voor voldoende comfort over het halen van de eigen winstdoelstelling. Aan Poux-Guillaume de taak om AkzoNobel-beleggers een perspectief te geven op betere tijden.